Service Pistol is een discipline welke geschoten wordt met een groot kaliber of klein kaliber pistool of revolver. Het is de Engelse variant van de inmiddels al lange tijd bestaande en ook zeer populaire Nederlandse discipline Militair Pistool. De belangrijkste verschillen met de discipline Militair Pistool zijn dat de schutter bij Service Pistol slechts twee (in plaats van drie) schijven gebruikt en alleen in staande houding de series verschiet. Er wordt geschoten in vier series van zes schoten die meteen achter elkaar volgen. Omdat er, in tegenstelling tot Militair Pistool, ook klein kaliber kan worden geschoten (op kleinere kaarten) is SP ook heel toegankelijk voor beginnende schutters. 

In totaal zijn er 24 schoten, verdeeld over 4 series. Iedere keer zes schoten, maar met verschillende afstanden en tijdsdruk. Hoe dichter men bij de kaart komt, hoe korter de tijd. Het doel is om, binnen de gestelde tijd, per onderdeel zoveel mogelijk punten te schieten. Bij elkaar opgeteld kan men maximaal 240 punten schieten. De schutter mag naar keuze met één of twee handen schieten. De serie start met 6 proefschoten op 1 schijf (linker schijf), afstand 25 meter in 15 seconden in de staande houding. Aan het eind van de proefserie wordt de schijf afgeplakt.

Onderstaande Video van SV de Vrijheid Hoorn, geeft een goede indruk van het Service Pistol schieten.

Veiligheid & Commando’s Service Pistol

Veiligheid is belangrijk. Alles wat op de baan gebeurt, gebeurt onder de verantwoordelijkheid en leiding van de baancommandant. De baancommandant controleert de veiligheid, geeft het startsignaal en geeft door middel van standaard commando’s aan wat er mag gebeuren. De gebruikte commando’s en de gehele procedure gaat als volgt:

Commando: “Wapens laden”

De baancommandant start de eerste serie met het commando “wapens laden” en noemt de serie en de tijd die men hiervoor krijgt. De schutter mag proef aanslagen maken. De tijdsduur voor de eerste serie is één minuut.

Commando “Attentie”

Bij het commando dient men de zogenoemde “vaardige houding” aan te nemen. Oftewel, men neemt de schiethouding aan. Schutters hebben nu drie seconden om eventueel aan te geven dat ze nog niet gereed zijn. Bij geen melding start de oefening. Bij een eventuele niet gereed-melding geeft de baancommandant 15 seconden extra tijd waarna opnieuw het commando “attentie” volgt.

Startsignaal

Elke oefening wordt begonnen door middel van een digitaal startsignaal Elk schot hierna afgevuurd, telt mee in de wedstrijd mits binnen de gestelde tijd.

Commando “wapens ontladen”

Aan het eind van elke serie schoten volgt het commando “wapens ontladen”. Bij dit commando dienen schutters het magazijn te verwijderen, de kamer leeg te maken en de lege kamer aan de baancommandant te tonen. Wanneer de baancommandant de kamer heeft geconstateerd dat de kamer leeg is mag het wapen opgeborgen worden. De baancommandant geeft dan de opdracht om het wapen te sluiten, in de veilige richting af te drukken en te holsteren. Het kan ook zijn dat de schutter het wapen op de tafel mag neerleggen.

Algemene procedure

• Iedere serie start met 6 proefschoten op 1 schijf (linker schijf), afstand 25 meter in 15 seconden in staande houding. Aan het eind van de proefserie wordt de schijf afgeplakt.
• De eerste wedstrijdserie bestaat uit een serie van 6 schoten op 1 schijf (linker schijf), afstand 25 meter in 15 seconden in staande houding.
• De tweede wedstrijdserie bestaat uit een serie van 6 schoten, 3 schoten op linker schijf en 3 schoten op de rechter schijf, afstand 20 meter in 10 seconden in staande houding.
• De derde wedstrijdserie bestaat uit totaal 6 schoten, 3 series van 2 schoten telkens in 3 seconden op de rechter schijf. Afstand is 15 meter, in staande houding.
• Tussen de series is er 5 seconden rust waarbij de schutter de vaardige houding aanneemt.
• De vierde serie bestaat uit een serie van 6 schoten verdeeld over 2 schijven, 3 op de linker en 3 op de rechter schijf, afstand 10 meter in 6 seconden in  staande houding.
• Tussen de eerste en vierde serie is er geen score-opname. Aan het eind van de vierde serie wordt de score pas opgenomen en moeten er dus 12 schoten op de linker en 12 schoten op de rechter schietschijf zitten.
• SP schiet men op speciale schijven die, door middel van latten, op de juiste afstand van elkaar zijn geplaatst.
• Klein kaliber wordt geschoten op speciale SP kaarten die verkleind zijn tot 60 procent van het origineel.
• Indien in uw schijven onverhoopt minder schoten voorkomen betekent dat dat uw schoten aan de late kant waren. De grens is 1 1/2: 1 d.w.z. indien de breedte van het schot meer dan 1 1/2 maal de hoogte is, is het een ongeldig schot en de griffier zal dit als een misser noteren.
• Zowel in het parcoursschieten als bij Service Pistol wordt het niet vlekkeloos verlopen van een serie toegeschreven aan de schutter. Wapenstoringen, munitiestoringen, laadfouten etc. leiden niet tot herhaling van de serie. Gaat er iets fout dan hebt u eenvoudig pech. Meestal is dit niet zo erg b.v. wanneer u uw veiligheidspal vergeet dan herstelt u dit en gaat gewoon door.
• Toegelaten wapens zijn alle klein kaliber wapens en alle centraal vuurwapens  (zie Militair Pistool), Hand- of Palmsteun is niet toegestaan voor beide wapens.
• Het is niet toegestaan om een Pistool met meer patronen te laden dan voor de  serie gebruikelijk is.